Leeswijzer |
Inleiding
De programmabegroting die voor u ligt is anders, maar toch ook weer niet.
In samenspraak met de raadswerkgroep Programmabegroting is een voorstel gemaakt voor een nieuwe indeling van de Programmabegroting 2017-2020 inclusief een nieuw programmablad. Een van de opdrachten was om te komen tot een korte, leesbare begroting op hoofdlijnen. Bij de Perspectiefnota 2017-2020 heeft u hiertoe besloten.
Belangrijk indelingscriterium was de verbinding tussen de inhoudelijke ambities en speerpunten met bijbehorende financiële middelen. Bij de formulering van de vraag 'wat gaan we er voor doen?' is meer aansluiting gezocht bij de wens waarop u uw kaderstellende rol in kunt vullen. Prestaties zijn zo concreet mogelijk en in de tijd volgbaar geformuleerd. De weergave van de lasten en baten per programma is compacter. Ten opzichte van voorgaande jaren is gekozen voor een logische clustering van een aantal producten tot een productgroep.
Naast de gewijzigde programma indeling springen de consequenties van de wijziging in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) in het oog: (1) afzonderlijk opnemen van de overhead en (2) een afzonderlijke set indicatoren.
(1) Een belangrijke wijziging betreft het niet langer verwerken van de overhead in een integrale kostprijs, maar het afzonderlijk opnemen van de overhead in de begroting. Redenen om voor een andere opzet te kiezen liggen in:
▪ de wens om de kaderstellende en controlerende rol van de gemeenteraad te versterken: daarvoor is meer en gemakkelijker inzicht in begroting en verantwoording nodig;
▪ de wens tot betere financiële vergelijkbaarheid. Gemeenten moeten vergelijkingen kunnen maken met andere gemeenten, om beslissingen daar aan af te kunnen wegen;
Door de integrale kostprijs te verlaten en overhead afzonderlijk zichtbaar te maken, krijgt de gemeenteraad inzicht in de overhead en kan zij de kaders hiervoor scherper neerzetten. Op de afzonderlijke programmabladen wordt dit zichtbaar door een verschuiving van deze lasten naar Programma Bestuur en Organisatie.
(2) Het doel achter de wettelijk verplichte indicatoren is eveneens om de onderlinge vergelijkbaarheid van gemeenten te vergroten, wat de kaderstelling ten goede kan komen. De verplichte indicatoren zijn aangevuld met een aantal Edese indicatoren.
Voor (nog) niet alle indicatoren zijn streefwaarden ingevuld. In de raadswerkgroep Programmabegroting is afgesproken dat de streefwaarden opgenomen worden zover ze in nota’s en andere documenten zijn vastgesteld.
Een laatste wijziging is het onderbrengen van alle vastgoed-gerelateerde lasten en baten in een afzonderlijk product Vastgoed, onderdeel van het Programma Bestuur en Organisatie.
In de blokjes met de cijfers zijn onder meer cijfers 'rekening 2015' opgenomen. Voor een goede vergelijkbaarheid zijn deze cijfers omgerekend naar de nieuwe productgroepen. Hierdoor sluiten ze niet langer één op één aan bij de cijfers die zijn opgenomen in de programmarekening 2015.