Ontwikkelingen

Samen met schoolbesturen willen we een strategisch huisvestingsplan ontwikkelen om de kwaliteit van schoolgebouwen nu en in de toekomst te kunnen borgen. Een belangrijk onderwerp in het onderwijsveld is het realiseren van (integrale) Kindcentra om een doorlopende ontwikkelingslijn van het kind mogelijk te maken. Naast de inhoudelijke samenwerking tussen de diverse functies komt ook de vraag van de (gezamenlijke) huisvesting op de agenda. Vanuit de mogelijkheden die het Strategisch huisvestingsplan biedt, kan de ontwikkeling van Kindcentra worden gestimuleerd en gefaciliteerd.

Een belangrijk aandachtspunt voor sport is de ontwikkeling van sportverenigingen naar Open clubs. Deze richten zich ook op maatschappelijke vraagstukken zoals participatie, aanbod voor kwetsbare groepen en leefbaarheid in de wijk. De gemeente zorgt hierbij voor verenigingsondersteuning en een goed sportaccommodatiebeleid.

In 2017 zal invulling worden gegeven aan de uitgangspunten van de nieuwe cultuurnota. Er zal een besluit worden genomen over een lokaal cultuurfonds en er zal een netwerk voor cultuur en erfgoed worden ingericht.

Door gewijzigd (rijks- en provinciaal) beleid en gewijzigde wetgeving is het noodzakelijk ons gemeentelijk erfgoedbeleid en bijbehorend instrumentarium te actualiseren. Als gevolg van de introductie van de Erfgoedwet (juli 2016) worden vanuit het rijk nog meer taken en verantwoordelijkheden bij de gemeente neergelegd. Dit leidt tot extra taken. De gemeente gaat bijvoorbeeld beslissingen nemen over (archeologische) rijksmonumenten.

Wat willen we bereiken en wat gaan we daarvoor doen?

Wat gaat het kosten?

Bedragen x €1.000

Rekening
2015

Begroting
2016

Begroting
2017

Prognose
2018

Prognose
2019

Prognose
2020

Financiële lasten per productgroep

Onderwijshuisvesting

9.072

N

7.689

N

5.981

N

5.303

N

5.712

N

5.559

N

Sport

9.375

N

9.383

N

6.947

N

6.924

N

7.074

N

7.206

N

Cultuur

9.865

N

10.223

N

8.727

N

8.254

N

7.968

N

7.912

N

Totaal lasten programma

28.313

N

27.295

N

21.656

N

20.481

N

20.755

N

20.677

N

Financiële baten per productgroep

Onderwijshuisvesting

2.110

V

245

V

0

V

0

V

0

V

0

V

Sport

2.798

V

1.668

V

620

V

387

V

371

V

371

V

Cultuur

1.021

V

924

V

166

V

166

V

166

V

166

V

Totaal baten programma

5.929

V

2.838

V

786

V

553

V

537

V

538

V

Saldo van baten en lasten

22.384

N

24.458

N

20.869

N

19.928

N

20.218

N

20.140

N

Storting reserve

1.192

N

13.488

N

629

N

342

N

293

N

277

N

Onttrekking reserve

2.667

V

17.801

V

1.738

V

671

V

730

V

273

V

Resultaat

20.909

N

20.145

N

19.761

N

19.599

N

19.780

N

20.144

N

Als gevolg van de nieuwe manier waarop overhead wordt verantwoord zijn de lasten op het programma Maatschappelijke voorzieningen gedaald met € 0,6 miljoen. Dit is een verschuiving naar productgroep Algemene Middelen dat onderdeel is van het programma Bestuur en Organisatie. Voor verdere toelichting op deze wijziging wordt verwezen naar de paragraaf Bedrijfsvoering.

Vanaf 2017 worden alle kosten en opbrengsten van de gemeentelijke vastgoedportefeuille via één product Vastgoed weergegeven op het programma Bestuur en Organisatie. Op het totaal van het programma Maatschappelijke voorzieningen geeft dit een daling van de lasten (€ 3,6 miljoen) en baten (€ 2 miljoen) te zien in 2017. Een gedeelte van de kapitaallasten wordt gedekt uit egalisatiereserves, ook deze onttrekkingen vinden vanaf 2017 plaats via het product Vastgoed (circa € 0,9 miljoen).

Voor 2017 zijn de lasten voor achterstallig onderhoud € 1,2 miljoen lager dan in 2016, wat leidt tot een lagere onttrekking uit de reserve. In het Integraal Huisvestingsplan onderwijs is in 2014 besloten om met ingang van 2020 de reserve onderwijshuisvesting op te heffen. Tot die tijd wordt vanuit deze reserve het achterstallig onderhoud gefinancierd.

In 2016 heeft er een samenvoeging plaatsgevonden van alle afzonderlijke egalisatiereserves kapitaallasten die betrekking hebben op de gemeentelijke vastgoedportefeuille naar twee nieuwe egalisatiereserves, één voor afgeronde kredieten en één voor nog lopende kredieten. Deze omzetting loopt grotendeels via dit programma en heeft er toe geleid dat er voor een bedrag van € 12,9 miljoen is onttrokken uit de oude reserves en is gestort in de nieuwe reserve in 2016. Dit is de verklaring van een groot gedeelte van het verschil tussen 2016 en 2017 in de reservemutaties op dit programma.